Mijn triomf van de wil
€24,99
Ik krijg een hemdje dat tot net onder de navel reikt, en een onderbroek die tot aan de knieën doorgescheurd is. Er zit geen knoop meer aan vast. Nog een broek en een vestje in hopeloos dunne zebrastof, twee vodden om rond de voeten te draaien, een mutsje dat veel te klein is, een paar pantoffels met houten zolen. De afschuwelijkste karikatuur is er een schoonheid tegen. Ge moet uzelf goed in de ogen kijken om tot het besef te komen dat gij het zijt, want al het persoonlijke is verdwenen onder het groteske van deze duivelse poging om van een mens iets minderwaardigers te maken dan een aangeklede aap.
Flor Peeters (1909-1989) overleefde 40 maanden in het werk- en uithongeringskamp Sachsenhausen en maakte de Dodenmars mee, een wraakroepende helletocht in de apocalyptische laatste dagen van de oorlog. Na zijn thuiskomst schreef hij zijn ervaringen neer in een indringend, zelfgereconstrueerd dagboek, dat voor het eerst verscheen in 1946.
Het is meer dan een klassieke getuigenis van ontberingen, mishandelingen en vernederingen. Peeters, later hoogleraar aan de Gentse universiteit en in 1941 gedeporteerd vanwege zijn radicaal antitotalitaire standpunten, documenteert het rauwe kampleven en fileert daarbij de verwerpelijke grondslag van de naziconcentratiekampen: een leven had er geen waarde behalve een economische. De mens was een slaaf, te vernietigen als hij onbruikbaar werd. In Sachsenhausen, een kamp ten noorden van Berlijn, moesten tienduizenden ongewensten, ‘minderwaardigen’ en politieke tegenstanders meedogenloze dwangarbeid verrichten en eindeloos lang marcheren of op appel staan, vaak in beestachtige omstandigheden, ’tot je er doodmoe van werd, tot je gek werd, tot je een machine werd’.
Om te overleven klampte Peeters zich vast aan zijn idealen: gezin, geloof en vaderlandsliefde. In zijn uitvoerige toelichtingen schetst journalist Lukas De Vos (VRT, Knack) de ruimere historische context en gaat hij onder meer in op Peeters’ dogmatische wereldbeeld, dat hem even ongenadig maakte voor het brutale nazisme van de SS-kampleiding als voor het goddeloze communisme van de kapo’s.
- Extra informatie
- Beoordelingen (1)
Extra informatie
Subtitel | Dagboek van 40 maanden Sachsenhausen |
---|---|
Auteur | |
Uitgever | |
Aantal pagina's | 424 |
Leverbaar | Niet beschikbaar |
Uitgiftedatum | 27-01-2020 |
Taal | Nederlands |
Productvorm | Zachte kaft |
Levertijd | Niet beschikbaar |
Druk | 1 |
Paul Veevaete –
‘Mijn triomf van de wil’ is een merkwaardig boek. Het gaat om een hertaling door Lukas De Vos van het in 1946 onder de titel ‘Veertig maanden Oranienburg, Herinneringen aan het Kampleven’ uitgegeven boek van Flor Peeters (1909-1989).
Met de nieuwe titel ‘Mijn triomf van de wil’ verwijst Lukas De Vos op een ironische wijze naar ‘Triumph des Willens’, een propagandafilm van de registratie van de NSDAP-partijdag te Neurenberg (september 1934) van Lenie Riefenstahl. In deze zorgvuldig in scène gezette film spelen Adolf Hitler, Josef Goebbels en Rudolf Hess de hoofdrol.
Flor Peeters, Belgisch hoogleraar en politicus, wordt in 1941 door de Sicherheitsdienst opgepakt en belandt als politiek gevangene in het werk- en uithongeringskamp Sachsenhausen/Oranienburg waar hij 40 maanden lang gevangen wordt gehouden tot op het einde van de oorlog. Hij keert in 1945 naar huis terug en schrijft er zijn herinneringen aan de ‘ontmenselijking’ die hem en vele duizenden anderen met hem, ten deel viel.
Bij het lezen van de ruim 220 pagina’s doorstane ontberingen, mensonterende vernederingen en martelingen, medische experimenten, uitbuiting, pesterijen, uithongering, slavenarbeid, executie… overviel mij meermaals een deprimerend, mistroostig gevoel. Ik legde meerdere keren het boek voor enkele uren of dagen opzij. Maar telkens weer nam ik de draad op, gedreven ook door nieuwsgierigheid: waar haalt iemand toch de kracht vandaan om in leven te blijven en te weerstaan aan zoveel ‘ontmenselijking’ en barbaarse terreur? Flor Peeters put die kracht uit zijn diep geloof als katholiek en zijn verlangen naar de hereniging met zijn gezin. Hieraan klampt hij zich vast en weet hij in leven te blijven onder de meest afschuwelijke omstandigheden. Zijn onverzettelijke houding -ook reeds in de periode vóór zijn gevangenschap- tegen elk autoritair bewind en harteloos kapitalisme leveren hem de nodige energie en de wil om te triomferen over de mensonterende ideeën en praktijken van de SS en over de blinde klassenhaat van de communisten die met hem gevangen zaten.
In de immense rij van Nederlandstalige boeken waarin het leven in een uitroeiings- of concentratiekamp centraal staat, neemt dit getuigenverslag van Flor Peeters een bijzondere plaats in. Ontdaan van alle franje en verhalende bijkomstigheden is ‘Mijn triomf van de wil’ een authentiek en uniek document dat ik verkies boven de lectuur van de talrijke auteurs die op basis van informatie uit tweede of derde hand een historische roman schrijven die zich afspeelt in een concentratie- of uitroeiingkamp. Flor Peeters schreef geen dagboek in de traditionele zin van het woord. Reeds tijdens zijn verblijf was hij in gedachten bezig met het uitwerken van zijn verhalen; na de bevrijding heeft hij alles met steekwoorden in een chronologie gezet. Die steekwoorden zijn in zijn verhaal gebruikt als korte titels van de opeenvolgende paragrafen.
Lukas De Vos zorgde niet alleen voor de hertaling van de originele tekst naar actueel Nederlands, hij voorzag ook in ruim 150 pagina’s annotaties. Lukas De Vos geeft hierin de tijdsgeest en de ruime (politieke, militaire, historische, kerkelijke, economische, populaire en dagdagelijkse facetten van het leven en de samenleving) context aan waarbinnen het verhaal van Flor Peeters zich situeert. Hier en daar geeft hij ook enige duiding bij een vage of niet geheel correcte voorstelling van zaken in Peeters verhaal. De Vos sluit het boek af met de aangrijpende tekst ‘Vrede en rede: mijn vader Flor Peeters’ van zoon Bruno Peeters en twee uitgebreide registers van persoonsnamen en van plaatsnamen.
‘Mijn triomf van de wil’ is een in alle opzichten uniek document dat in de lange rij van oorlogsverhalen een belangrijke plaats inneemt en dat via de herinnering aan de praktijken van een verwerpelijke ideologie de huidige en toekomstige generaties kan helpen behoeden voor herhaling van dit stuk van onze geschiedenis.
Paul Veevaete