Suiker, verfhout en tabak

Het Braziliaanse Handboek van Johannes de Laet, 1637
Auteur: Johannes de Laet | Uitgever: WalburgPers Algemeen

28,99

De West-Indische Compagnie (WIC) beschikte over een uitstekende inlichtingendienst. In opdracht van hoofdkaartenmaker Hessel Gerritsz leverden uit de West terugkerende functionarissen hun logboeken in op het West-Indisch Huis in Amsterdam. Daar werden alle nautische, geografische, militaire en economische details systematisch geïnventariseerd. In 1629 werd daaruit een eerste Braziliaans Handboek samengesteld, bedoeld voor de commandanten van de invasiemacht die begin 1630 een bruggenhoofd in Pernambuco veroverde.

Toen Hessel Gerritsz in 1632 overleed besefte WIC-directeur Johannes de Laet het belang van diens rijke archief. De tijd voor een nieuw Braziliaans Handboek was rijp toen in 1636 graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen werd benoemd tot Gouverneur-Generaal van Nederlands Brazilië. Om hem over zijn ambtsgebied te informeren stelde De Laet met spoed een nieuw Handboek samen, dat begin 1637 naar Pernambuco werd verscheept.

Sindsdien was de bundel uit het zicht verdwenen, totdat hij in 1977 – na vele omzwervingen – opdook in de John Carter Brown Library in Providence (USA). Het Handboek wordt nu voor het eerst in het Nederlands uitgegeven. Het bevat nieuwe feiten over vroeg-17de-eeuws Brazilië. Hoogwaardig inlichtingenwerk, dat ons een spannend beeld schetst van de Nederlandse expansie in Brazilië en de felle concurrentiestrijd met de Portugezen om de handel in suiker, verfhout en tabak.

‘Suiker, verfhout & tabak’ verscheen als deel 108 in de reeks Werken van de Linschoten-Vereeniging.

Dit product is (tijdelijk) niet leverbaar maar elders mogelijk wel verkrijgbaar

Artikelnummer: 9789057305849 Categorie: Tag:
Op zoek naar dit boek als ebook?
Tweedehands boeken?

Extra informatie

Subtitel

Het Braziliaanse Handboek van Johannes de Laet, 1637

Auteur

Uitgever

Aantal pagina's

190

Leverbaar

Direct

Uitgiftedatum

14-11-2009

Taal

Nederlands

Productvorm

Harde kaft

Levertijd

Op werkdagen voor 21:00 uur besteld, morgen in huis

Druk

1

1 beoordeling voor Suiker, verfhout en tabak

  1. 5 van 5

    Mr. Emin Schijlen

    Een zoveelste pluim voor Walburg Pers voor dit prachtexemplaar uit 2009 in haar collectie van indrukwekkende cartografische en militaire geschiedschrijving van Nederlands Brazilië met tevens dankzegging aan de Linschoten-Vereeniging. De leerzame en mooie afbeeldingen aan gedetailleerde Braziliaanse manuscriptkaarten, gravures en landschapstekeningen in het boekwerk naast het Woord vooraf (pag. 7-10) en de Inleiding (pag. 11-47) is het prachtboek meer dan raadzaam om er goed kennis van te nemen. De oorspronkelijke tekst zelf van het Braziliaanse handboek van Johannes de Laet, 1637 van pagina 53-167 en het glossarium vind ik zelf qua leesbaarheid niet prettig en werd dan ook slechts luchtig doorgebladerd.
    Veel meer interessant is hoe de in 1601 opgerichte VOC en de in 1621 opgericht WIC organisatorisch en communicatief functioneerde en vanuit Amsterdam werden aangestuurd na ruim één eeuw met de ontdekking van de Nieuwe wereld. In dit prachtboek komt duidelijk naar voren, zie o.a. pag. 35, dat het gehele territorium van de Nieuwe Wereld door de Romeinen en de Saksen omstreeks 1600 al volledig was afgebakend en alle kustgebieden, landgrenzen inclusief de Atlantische oversteek door hun was veiliggesteld, voordat het als “octrooigebieden” werd verdeeld onder de West-Europese aanverwante elite families inclusief gesloten kring van vertrouwelingen. Zo spreekt het prachtboek steeds en veelvuldig van octrooigebieden, wingewesten, doelgebieden, Braziliaanse zuiderkwartieren, Nederlandse landbouwkolonie, koloniale ideologie, koloniale opperbestuur, geoctrooieerde West-Indische Compagnie, etc.
    Zo valt te lezen dat de Atlantische route gebonden was aan een handelsmonopolie (pag. 43) en mocht men geen andere vaarweg kiezen omdat op diverse controlepunten tolgelden betaald moesten worden. Deze hoge tariefmuren kwamen van de gevestigde monopolie- en belastingstelsels, terwijl de slavenroute van Angola naar potosí aanzienlijker korter en sneller was. Dit bracht zoals vanouds qua vaste structuur en handelsopzet op voorhand smokkelroutes en smokkelwaar in kaart en werden deze even op voorhand getolereerd als een puur Romeinse opzet. Een vaste Romeinse opzet en insteek om enkel elite families en vertrouwelingen deze (zgn. illegale) handelstoegang oogluikend toe te verschaffen, om een ieder buiten de kring het onnodig moeilijk en feitelijk onbegaanbaar te maken. Alleen de Romeinen en de Saksen zijn zo ingesteld ten behoeve van hun onrechtmatige handelsmonopolies en bancaire stelsel om ongelooflijke stommelingen het idee te koesteren dat ze dan blij mogen zijn dat ze erbij horen. De eeuwenoude Romeinen en Saksen weten natuurlijk maar al te goed wie dat steeds zijn onder een onderworpen volk.
    Op pagina 21 wordt vermeldt dat de Hollanders wisten dat Brazilië een dunbevolkt en zwak verdedigd land was. Terwijl natuurlijk vanaf aankomst van de Romeinen en de Saksen in de Nieuwe Wereld medio 1470 zoniet al eerder zij flink hebben afgeslacht en tekeer zijn gegaan wat louter in de weg stond om de Romeinse cultivering richting het binnenland toegankelijk te maken en veilig te stellen. Op pagina 22 wordt vermeldt dat “andere Europeanen” aanwezig waren, en dat waren natuurlijk niet alleen de ‘Fransen’. Met het geschiedkundige bekende feit dat de Romeinen en de Saksen vanaf 1470 of al eerder in de Nieuwe Wereld de dominante opperhoofdrol speelden, zijn de termen op pag. 21 van barbaren, onbetrouwbare tweederangsburgers die gemakkelijk tot landverraad te bewegen zijn, kannibaalse nomadenvolk en op pag. 28 en ‘onse wilden’ steeds van hun afkomstig. Om opnieuw en opnieuw over te kunnen gaan tot slachting van je medemens op grootschalig massaniveau van vele miljoenen, dienen de hartziektes van arrogantie, pure afschuw en onbeschrijflijke haat naar ‘loslopende wilden‘ volwaardig aanwezig te zijn. In mijn optiek duidt vooral Braziliaanse zuiderkwartieren aan op de aanwezigheid van hertogen, aangezien dergelijke termen afkomstig zijn binnen een hertogdom waar het in as leggen van hele dorpen en steden de normaalste zaak is.
    Uiterst interessant zoniet het meest interessante in de prachtboek is de felle demografische discussie in 1643 van Johannes de Laet met Hugo de Groot van de eeuwenoude Amsterdamse elite familie de Groot over de herkomst van de Amerikaanse indianen. Volgens De Laet zouden deze indianen afstammen van Adam & Eva, en in een latere fase van Noach en diens vrouw. Zoals deze indianen zonder hoofdletter i worden gekwalificeerd, worden de Braziliaanse Indianen daarentegen wel genoemd met een hoofdletter. Niet voor niets werden alle Noord-Amerikaanse indianen vernietigd tot de allerlaatste door de Romeinen en de Saksen, omdat deze indianen met hun te vereren totempaal, geschminkte gezichten en hun veren op hun hoofd diezelfde kennis en inzicht hadden van aardse magie en tovenarij zoals bij de Romeinen en de Saksen. Deze indianen offerden ook mensen en/of jonge kinderen bij hun totempaal, om er vervolgens als idioten verkleed en zingend eromheen te dansen als een verklede halve arend of een halve buffel en/of als half mens-dier.
    Gezien ook de Inca’s volledig zijn uitgeroeid en tot de allerlaatsten werden vernietigd, kan geschiedkundig en op basis van de vrijheid van geschiedschrijving er vanuit worden gegaan dat de Romeinen en de Saksen ook eerst deze specifieke Zuid-Amerikaanse indianenvolkeren in as hebben gelegd. Die Indiaanse stammen die geen kennis, interesse en inzicht hadden van de aardse magie middels de verboden boom van Adam & Eva konden in leven blijven en werden louter gebruikt als slaven, gidsen, tolken en landarbeiders voor de diamantenmijnen, zilvermijnen, goudmijnen, suikerindustrie, tabaksindustrie en het verwerken van tropisch hardhout, etc.


Een beoordeling toevoegen