Opgravingen in Bijbelse grond

€15,99

De ruïneheuvels in het Nabije Oosten hebben het reeds vele geheimen van vroeger onthuld en nog steeds worden verborgen plekken van de wereld der oudheid blootgelegd. Voor één afgegraven tell liggen er honderd anderen te wachten. De archeologie breekt ook de leek in hoge mate te boeien in zoverre zij op een magische bezigheid gelijkt: het oproepen van het verre verleden. Alleen hanteert de archeoloog niet de toverstaf, maar opereert hij moeizaam met de spade. Wat er allemaal aan een archeologische expeditie vastzit, wordt ons in dit boek door een van de meest vooraanstaande mannen van het vak vertelt. Hij neemt ons mee naar bijbelse grond en alles wat hij daaromtrent beschrijft, is niet alleen belangwekkend, maar het heeft indirect met onszelf te maken. Het Oude Testament is de eerste grondslag van ons religieus en ethisch leven; meer nog, ook de kunst van het schrijven en de oorsprong van de lettertekens van ons alfabet, zelfs van de gebruikelijkste eigennamen als Jan en Marie hebben wij in die wereld van het oude Nabije Oosten te zoeken.
Dr. Gordon werd op een onderhoudende wijze te verhalen van zijn tochten en van de methoden waarvan hij bij zijn werk gebruikt maakt. Vooral ook geeft hij een indruk van hetgeen het meest tot zijn bekendheid heeft bijgedragen: de ontcijfering van de documenten der oude beschavingen, tot ons gekomen in de vorm van inscripties, kleitabletjes en stenen stempels. Deze arbeid levert ons de boeiende bijzonderheden over het leven der mensen in vroegere eeuwen. Wij vernemen voor welke prijs een jong meisje als bruid werd verkocht en we zien met verrassing welk een grote plaats de vrouw toch in die lang vervlogen dagen reeds in de samenleving kon innemen. Wij horen van mannen die zichzelf als slaaf verkopen, van fraude die een burgemeester bedrijft met de middelen van de “openbare kas”; ook komen wij in aanraking met de merkwaardigste voorstellingen en praktijken uit de wereld van het geloof en van het bijgeloof. Kortom, men kan zeggen dat Gordons boek er is om te bewijzen dat de wetenschap der oudheidkunde allerminst een droge zaak is.