Oorlog en ongelijkheid
€29,90
Alle oorlogen in de zestiende en zeventiende eeuw leidden tot economische neergang, behalve de Tachtigjarige Oorlog. Deze leidde juist tot een periode van enorme bloei – zonder Tachtigjarige Oorlog geen Gouden Eeuw. Die grote rijkdom bereikte echter niet iedereen. In de wingewesten overzee werden mensen op grote schaal uitgebuit, en ook binnen de Republiek zelf groeide de ongelijkheid. Katholieken, plattelanders, vissers, de lagere en de middenklasse in de steden: allemaal gingen ze er tijdens de Gouden Eeuw op achteruit.
Met het leger en de vloot was de overheid de grootste werkgever en de grootste consument. Door de efficiënte troepenmacht, een breed gedragen staatskrediet en een vergaande commercialisatie in de logistiek van oorlogvoering werd de Gouden Eeuw vooral een Hollandse Gouden Eeuw. Nog steeds profiteert de Nederlandse economie van de vermogens die toen zijn vergaard.
Marjolein ’t Hart is emeritus hoogleraar geschiedenis van staatsvorming in mondiaal perspectief aan de Vrije Universiteit Amsterdam en gastonderzoeker bij het Huygens Instituut (KNAW). Zij is de auteur van The Dutch Wars of Independence. War and Commerce in the Netherlands, 1570-1680 (Routledge, 2014) en mede-auteur van De wereld en Nederland. Een sociale en economische geschiedenis van de laatste duizend jaar (Boom, 2017).
- Fragment: Hoe oorlog de handel overzee stimuleerde
- Extra informatie
- Beoordelingen (1)
Extra informatie
Subtitel | Een inclusieve geschiedenis van de Gouden Eeuw |
---|---|
Auteur | |
Uitgever | |
Aantal pagina's | 288 |
Leverbaar | Direct |
Uitgiftedatum | 29-09-2022 |
Taal | Nederlands |
Productvorm | Zachte kaft |
Levertijd | Op werkdagen voor 21:00 uur besteld, morgen in huis |
Druk | 1 |
Mr. Emin Schijlen –
Mooi leerzame militaire inclusieve geschiedschrijving vanuit tevens mondiaal niveau en meerdere staatskundige invalshoeken van Prof. Dr. Marjolein ’t Hart van juli 2022. Haar gedetailleerde geschiedkundig inzicht vind ik zeer interessant om een breder inzicht te verkrijgen in the art of war c.q. de kunst van oorlogsvoering van de Britse actoren met behulp van hun op dit taalgebied geïnstalleerde Gewesten, Unies en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De verbanden van Amsterdam en Engeland ter zake alle doorgevoerde hervormingen op dit taalgebied binnen hun onderworpen gewesten en republiek wordt financieel, militair en economisch genoegzaam duidelijk aangekaart. Tevens complimenten voor haar eerlijk concluderen in haar slotbalans om de 80 jarige oorlog en de 30 jarige oorlog concreet te benoemen tot puur strategische economische doeleinden om alles buiten Amsterdam en de maritieme provincie Holland te verwoesten middels Brabantse onderwaterzettingen, Brabantse verschroeide aardecampagnes, handelsblokkades, nieuwe binnengrenzen en landgrenzen, uitzonderlijk hoge in- en uitvoerrechten, belegeringen, Brabantse plunderingen, brandschattingen en het elimineren van hele leefgebieden, etc. Het concreet benoemen van de wapenfabrieken, de vijf Admiraliteiten en leveranciers, de commercialisering van oorlogsvoering en militaire logistiek inclusief standaardisering van wapens, weergeeft een eerlijke inkijk hoe vanuit Engeland en de Engelse/Saksische bankiers hier wordt aangestuurd. De term Saksen of bankier(s) wordt veelvuldig gebruikt in de vorm van grootste en rijkere financiers, rijke stedelingen, Engelsen, Amsterdamse kooplieden, geldschieters, beleggers. Door juist de Engelse lords en Britse bankiers niet te benoemen noch het dominerende Saksische hoofdaspect ter zake hun zwijgzame levensovertuiging, is dit mooie prachtboek even duidelijk dat iedere vorm van religie hier ten lande uit het publieke domein moest worden verwoest. Marjolein schrijft echter verlaat op pag. 11 over “een beslissend keerpunt in de Nederlandse geschiedenis.” binnen de 80 jarige oorlog. Terwijl zij terug dient te kijken naar de Saksische inname van dit grondgebied na het vertrek van de Romeinen. Daar lag al het beslissend keerpunt verscholen op dit onderworpen taalgebied van de Saksen en hun kwaadaardige praktijken jegens de mensheid middels hun Saksische levensboom. Deze Saksische levens- of wereldboom zien wij dan ook op pag. 63 op de binnenruimte van het Amsterdamse Admiraliteitshof in 1594. Die opvallende pilaar met een ronde omheining behoort tot de Saksische pilaren waar zij omheen zekere lieden laten rondlopen om zodoende gebruik te kunnen maken van het kwaad. Juist door deze Saksische pilaren of Saksische levensboom vanuit een religieus perspectief in het juiste daglicht te plaatsen, zien wij allemaal de verboden boom van Adam & Eva staan, waarbij het listige kwaad steeds proactief aan de orde is jegens de daar aanwezige mensheid. Namelijk om de daar aanwezige mens ernstig te laten dwalen middels de 5 illusies van macht, tijd, (grond)bezit, vermogensopbouw via schulden en (mensen)rechten. Op pag. 63 zien wij tevens de twee Romeinse zuilen bij een typisch Romeinse hoofdingang, omdat de Romeinen met hun obelisk, zuilen en pilaren ook veelvuldig gebruik maakten van het kwaad. Precies zoals de indianen in Amerika ook werden beproefd, maakten zij gebruik van hun totempaal om als een halve gek met veertooien er omheen te dansen. Zoals de Romeinen met hetzelfde kwaad van de Saksen, de Saksen vanuit de ‘Duitse’ leefgebieden verjoegen naar Engeland, Denemarken en Noorwegen, zo verjoegen en elimineerden de Saksen/Britten met hetzelfde kwaad van de indianen, alle indianen in de Nieuwe Wereld voorgoed naar de andere wereld 😉Opnieuw vanwege hun kennis van het kwaad via de verboden boom van Adam & Eva. Daarom moeten alle Saksen en hun huidige Saksische lodges ook zwijgen als het graf over hun levensovertuiging! Zodoende kunnen wij de drie interessante vraagstellingen van Marjolein op pag. 12 – 13 inclusief de ‘onbekende wegen’ (ook op pag. 10 en 194) al direct beantwoorden middels pag. 63 ter zake de verboden boom van Adam & Eva. Namelijk omdat die lieden steeds bereid zijn om hun ziel in te ruilen voor ‘indrukwekkende en exceptionele’ wereldse zaken van tijdelijke aard. Vandaar dat 1492 ook best benadrukt had worden op pag. 9 t/m. 11 en 197, zodat het nog duidelijker werd dat wij hier in Europa met the art of war without an enemy flink met elkaar werden beziggehouden om niks terwijl de Saksen/Britten de nieuwe wereld konden domineren.