Een Beeld van een Diplomaat
Auteur: Boudewijn van Eenennaam | Uitgever: Vaneenen
€25,00
De auteur werkte van 1973 tot 2012 onder andere als directeur-generaal Politieke Zaken op het departement van Buitenlandse Zaken in Den Haag, bij de NAVO in Brussel, en als ambassadeur in Washington en bij de Verenigde Naties in Genève. Wat gebeurde daar achter de coulissen van het wereldtoneel?
Bijna veertig jaar bij BZ levert een bonte kaleidoscoop aan beelden op.
Toch zijn dit niet uw gebruikelijke diplomatieke memoires. Boudewijn van Eenennaam is diplomaat tegen wil en dank, hij is kritisch en enthousiast, ernstig en grappig. Zijn motto: Diplomacy is the battle of wits. Some play to play. Not you. You play to win.
Dit product is (tijdelijk) niet leverbaar maar elders mogelijk wel verkrijgbaar
- Extra informatie
- Beoordelingen (1)
Extra informatie
Auteur | |
---|---|
Uitgever | |
Aantal pagina's | 324 |
Leverbaar | Direct |
Uitgiftedatum | 28-09-2023 |
Taal | Nederlands |
Productvorm | Zachte kaft |
Levertijd | Ongeveer 5-7 werkdagen |
Druk | 1 |
Meüs van der Poel –
Het is niet waar dat je niet in de keuken moet kijken bij het bereiden van gerechten. Het is juist belangrijk om te weten wat er in je eten gaat en hoe het wordt bereid. Maar anders dan in bijvoorbeeld Angelsaksische landen en hier in Duitsland, heeft Nederland geen traditie in het schrijven van biografieën. Een enkele keer verschijnen er nog wel politieke biografieën, maar een kijkje hoe in de ambtenarij beleid wordt gemaakt, komt zelden voor. Ik ontving als weekendlectuur de 324 pagina’s tellende memoires van Boudewijn van Eenennaam toegespeeld.
Van Eenennaam is diplomaat én ambtenaar en geeft inzicht hoe het buitenlands beleid van Nederland vorm krijgt en wordt uitgevoerd. En terecht laat hij de Hollandse cultuur van bescheidenheid varen. Hij vertelt onomwonden zijn prestaties, zonder daarbij storend zichzelf boven anderen te plaatsen. Bijna veertig jaar bij BZ levert een bonte caleidoscoop aan beelden op. Maar het zijn niet de gebruikelijke diplomatieke memoires. Meer dan het stijgen op de diplomatieke ladder en later het ambassadeurschap in Washington is vooral zijn rol als DGPZ interessant. Dan is hij de belangrijkste politieke raadgever van de minister voor de algemene beleidslijn en de eenheid van het buitenlandpolitieke beleid. Met name zijn bijdrage aan de verdere uitbouw van de public diplomacy over het veiligheidsbeleid. Bij zijn medewerkers hamert hij op de politeke verkoop van het BZ-product. En ook nu maken zij nog de hun advies voor de minister standaard in drie delen: 1. wat is er gebeurd, de feiten, 2. wat doen we eraan, de actie en 3. wat zeggen we naar buiten, de verkoop.
Zonder die conclusie te trekken neemt zijn waardering voor de BZ-ministers gedurende zijn dienstjaren af, van Van den Broek, van Mierlo, onder van Aartsen en Rosenthal tot en met Verhagen. Hier is zijn vermelding van de frontman van de partij van Pieter Omtzigt relevant. “Hoe vaak heb ik niet met mijn onvolprezen oud-collega Caspar Veldkamp nagedacht hoe met een meer zelfverzekerd Europa en een minder arrogant Amerika een interessante complementariteit zichtbaar zou kunnen worden die tot een veel effectievere samenwerking zou kunnen leiden, waarbij Europa weer het respect krijgt wat zij verdient en net als andere landen ook ontvankelijker zou zijn voor Amerikaans leiderschap. Dat zullen zowel de Europese Unie als de Verenigde Staten hard nodig hebben om elk vanuit de eigen vertrekpunten samen sterk te kunnen staan in een snel veranderende wereld met steeds weer die vlegels die zich niet houden aan de regels”
Met de recente terreuraanslagen van Hamas, lees ik de talrijke passages over het Joods-Palestijns conflict met nog grotere belangstelling. “Een goede DGPZ levert dus ook binnenlandspolitiek advies aan de minister die daar dan uiteraard weer het laatste woord over heeft. Trouwens, als het over het Israël en de Palestijnen gaat is het in Nederland doorgaans de binnenlandse poli>ek die de marges bepaalt. Onze Midden-Oosten deskundigen hebben daar dan weer hun eigen oordeel over.” Op kousenvoeten wordt de discrepantie tussen de appreciatie van de politci op het ministerie vóór Israël en de ambtelijke deskundigen hoe het Midden-Oosten beleid er uit zou zien als het louter aan de ambtelijke deskundigen zou liggen. “Wie nieuw beleid wil maken bijvoorbeeld door een klein beetje Gesinnung in zijn Verantwortungsethik te stoppen zal merken hoe smal de marges zijn in de Nederlandse politieke arena, met name als het gaat om het Israëlisch-Palestijnse conflict”. Hoe DGPZ zijn politieke ruimte bepaalt ten opzichte van de minister is een kwestie van aanvoelen, wat de Amerikanen political savvy noemen. “Als regel ga ik zelf zo nodig tot drie keer toe tegen de minister in, een enkele keer vaker, maar daarna is het meegaan of weggaan. Van dat laatste is het niet gekomen.”
Zijn verweer op ‘old skool’ opvattingen is de erkenning dat het hoog tijd is voor nieuw denken. “Het belangrijkste is dát de jonge generatie zich niet laat meeslepen om in de toenemende stroom van nepnieuws meningen voor feiten te gaan houden of beslissingen op onderbuikgevoelens te baseren. Het denken, de ratio is wel wat ons onderscheidt van wat er hier verder nog leeft. We zullen het hard nodig hebben als je bedenkt wat ons nog allemaal aan problemen en uitdagingen te wachten staat.
Een aanrader. Meüs van der Poel