Chinezen uit Indonesië

De geschiedenis van een minderheid
Auteur: Patricia Tjiook-Liem | Uitgever: Uitgeverij Walburg Pers B.V.

27,50

Voor de economische doelen van de VOC en de koloniale overheid in de Indonesische archipel waren de Chinezen van meet af aan onmisbaar. Hun rol in de economie bleef door de eeuwen heen belangrijk. Nadat de Chinezen in de kolonie aan het begin van de twintigste eeuw gelijkheid wisten te verkrijgen en de voor hen discriminerende wettelijke regelingen werden opgeheven, moesten zij in de Indonesische Republiek opnieuw voor hun rechten vechten. Het bleek een moeizaam proces vol spanningen rondom kwesties van cultuur, etniciteit en nationaliteit.



Patricia Tjiook-Liem neemt de lezer mee langs de belangrijkste perioden in deze tot nu toe onderbelichte geschiedenis en laat de worsteling zien van de Chinezen in en uit Indonesië.



‘Door het boek van Tjiook-Liem besef ik dat aanpassen een bewuste koloniale strategie is geweest, die in het onafhankelijke Indonesië bleef voortbestaan, maar dan de andere kant op.’ – Liang de Beer, de Nederlandse Boekengids



‘Voor de Chinezen zelf en hun jongere generaties is het een “must” voor meer inzicht in de eigen geschiedenis.’ – Peter van Riel, Pelita Magazine

Dit product is (tijdelijk) niet leverbaar maar elders mogelijk wel verkrijgbaar

Artikelnummer: 9789462499867 Categorieën: , ,
Op zoek naar dit boek als ebook?
Tweedehands boeken?

Extra informatie

Subtitel

De geschiedenis van een minderheid

Auteur

Uitgever

Aantal pagina's

240

Leverbaar

Direct

Uitgiftedatum

10-10-2022

Taal

Nederlands

Productvorm

Zachte kaft

Levertijd

Op werkdagen voor 21:00 uur besteld, morgen in huis

Druk

1

1 beoordeling voor Chinezen uit Indonesië

  1. 5 van 5

    Mr. Emin Schijlen

    Complimenten voor CIHC en Dr. Mr. Patricia Tjiook-Liem om haar verrijkte kennis en diepgaande inzichten over de Chinezen en hun dominante handelshuizen, taal, jonkvaart en levenswijze/cultuur in de Indonesische archipel prachtig en duidelijk te verwoorden. De Chinese landerijen en -grootgrondbezitters, de ontoegankelijke Chinese taal & kennis en de gesloten zeehandel met de Arabieren vanaf 700 c.q. van vóór 900, dit in tegenstelling tot de komst van de Britten/Saksen vanaf 1619 met hun VOC uit Amsterdam.
    Gezien de eeuwenlange dominantie en vaste voet aan wal van de Chinezen in de Indonesische archipel in verhouding tot het Chinese keizerlijke hof, waren de Chinezen en de Arabieren voor 1600 daar heer en meester in handel, taal, cultuur en religie. Sedert 700 waren de Arabieren met hun scheepvaart ook daar en deden zij al zaken vanuit het Midden-Oosten op het vaste grondgebied met de Chinezen. In het prachtboek van Dr. Mr. Tjiook-Liem en haar geschiedschrijving vanaf 1619, dient de eeuwenlange aanwezige dominantie van de Chinezen aanschouwd te worden ter zake het omslagpunt van medio 1480 met de ontdekking van de Nieuwe wereld en de Saksische presentatie van Columbus vanaf 1494. Zodoende kwamen de Britten/Saksen met nieuwe rijkdommen en nieuwe internationale handelswaar met hun VOC te Amsterdam naar de Indonesische archipel. In dat licht dient de Britse compagnie in Amsterdam van de VOC na 1600 aanschouwd te worden en daarmee aldus de Britse/Saksische scheepvaart in de Indische Archipel met de Hollanders. De Arabische handelaren in de Indische archipel waren na de Vijfde Kruistocht in 1150 volledig losgekoppeld van de verwoeste Arabische legers in het Midden-Oosten, zodat zij militair en economisch ondergeschikt raakten aan de Chinese handelslieden met hun Chinese keizerrijk
    Aldus een ware verrijking voor de militaire geschiedenis en nog meer voor de krijgswetenschappelijke historie vanwege de Saksische opzet van de (standaard) driehoekverhouding van oorlogsvoering & bankieren & wetgeving (kredietverschaffing, opiumpacht, faillissementen). Zodoende om de internationale scheepvaart in de Indische archipel en de nationale en lokale economie inclusief het culturele-religieuze landschap volledig te wijzigen zoniet in as leggen. In mijn optiek ging het daar primair, nml. om de fundamentele handels- en wereldse kennis onder de Chinese, Indonesische en Arabische volkeren te vernietigen, zodat de Saksische normering in alle geledingen konden worden doorgevoerd. Het gaat om het vernietigen van de aanwezige kennis.
    De Saksische driehoeksverhouding zien wij steeds terugkomen op pag. 11 drie taalgebieden, pag. 20 drie instituten, drie stromingen op pag. 80, drie valuta op pag. 157 en op pag. 172. Uiterst interessant hoe de Chinezen vanaf 1619 over eeuwen heen na oorlog op oorlog door de Britten/Saksen zich staande wisten te houden als gevolg van hun opvallende levenswijze (pag. 178). Deze opvallende levenswijze wordt echter niet nader concreet belicht ter zake diens handelservaring (pag. 174), ontoegankelijke taal, aanwezige kennis, keihard werken, intelligentie en creatieve handelsgeest. Terwijl de Britten/Saksen voornamelijk op buit gericht waren en het om zeep helpen van de cultuur, religie en de groepskracht van de heersende volkeren en internationale netwerken, nijverheid en gesloten culturele gewoontes en tradities. Hoe de hardwerkende Chinezen in de Indische archipel drie eeuwen lang militair genadeloos en onmenselijk werden behandeld, zien wij een identieke militaire aanpak te Zutphen eveneens over drie eeuwen verspreid. Namelijk om de aanwezige kennis bij generaties op generaties te verwoesten, om de religie en inzichten tot op het bot te vernietigen en niet zozeer om het grondgebied economische en monetair te kunnen domineren. Net zoals in Zutphen werden vele eilanden in de Indische archipel in as gelegd, mensenmassa’s vernietigd en gedeporteerd om dan toch weer opnieuw te kunnen beginnen met internationale zeehandel en nijverheid waarna opnieuw een verwoestende oorlog plaatsvond inclusief de verschroeide aardetechniek, het afvoeren van vrouwen en kinderen, etc. Bij Zutphen duurde het ook zo’n drie eeuwen sedert de komst van veldheer Maarten van Rossum in 1500, voordat de aanwezige kennis na 1672 volwaardig verwoest was, zien we in dit prachtboek dat er ook zo’n drie eeuwen nodig waren om de aanwezige religieuze kennis, handelservaring en inzichten bij de Chinezen in de Indische archipel volledig waren uitgeroeid inclusief het wijzigen van de meerderjarige leeftijd van 14 jaar (pag. 28) naar 18 jaar (pag. 175).
    De toegepaste deportatietechniek van de Britten/Saksen in 1959 om ruim 100.000 Chinezen uit de Indonesische archipel voorgoed te verwijderen, werden zij met schepen vervoerd vanuit de Britse geïnstalleerde Republiek China (moederland) en via gehuurde schepen van het Indonesische leger zelf. Met de deportatie in 1492 van alle moslims vanuit het schiereiland Andalucia, het huidige Spanje, naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten, werden zij ook via een tweeledig scheepvaart vervoerd terug naar het ‘moederland’ door de Saksische-Ottomaanse sultans en met de lokale scheepvaart. In mijn optiek zijn deze ‘vreemdelingen’ nooit aangekomen maar onderweg simpelweg overboord gesmeten…😉


Een beoordeling toevoegen